Zonsopgang om 03u28.
We geloven onze ogen niet als we deze morgen de gordijnen opentrekken : de
zon schijnt zowaar. Geen blue sky, maar
toch een waterzonnetje. De bergen rond
Haines Junction zijn echter amper zichtbaar door de lage bewolking. Maar we hebben hoop…
The Raven is zonder twijfel het beste hotel waar we tot nog toe geslapen
hebben. Heerlijke bedden zoals je ze in
elk hotel zou willen, perfecte afwerking van zowel kamer als badkamer (de
eigenaar vertelde ons dat het origineel gebouwd is door een Duitser, en dat is
er aan te zien), eco-friendly met zowel zeep, shampoo als spoelknoppen op het
toilet enz. En 's avonds zelfs 2 chocolaatjes 'real Belgian chocolate'...
Er was een ‘complimentary’ ontbijt inbegrepen en diegenen die al in de
VS-Canada waren weten wat dit betekent : 2 soorten toast, een niet te drinken
koffie, suikerfruitsap en “Belgian Wafles”.
Diegene die dit laatste op die toestellen schrijft moet toch dringend
eens naar België komen…
We verwachten dus niet veel als we naar het ontbijt gaan, maar we schrikken
ons een hoedje : dergelijk ontbijt zie je enkel in de B&B’s in Europa : een
grote tafel met alles piekfijn gepresenteerd : verschillende soorten ‘echt’
brood, wit, bruin, met pitten, enz., heerlijk verse, warme croissants, eitjes,
diverse vers geperste fruitsappen, heerlijke koffie, thee’s, warme
chocolademelk enz enz. Aan de andere
kant van de tafel nog allerlei soorten vers fruit. We hebben én heel goed geslapen én heerlijk
ontbeten én de zon schijnt, dus onze dag kan niet meer stuk….denken we…
Het is vandaag Canada Day en als we in de plaatselijke bakkerij (ook de
enige plaats, denk ik, over de oceaan waar ze die hebben) lekker ruikende
koeken kopen voor ’s middags krijgen we al een pin opgespeld met de Canadese
vlag en worden we uitgenodigd voor ‘the parade’ door het dorp die om 11u begint. We hebben echter heel wat km’s voor de boeg,
dus dat zal niet lukken. 2 jaar geleden
hebben we die parade meegemaakt in Jasper en zó onvergetelijk was die nu ook
weer niet. Dat vaderlandsgevoel kennen
we sowieso al niet in België, dus vertrekken we maar.
Het is inmiddels 10u geworden als we vertrekken uit Haines Junction, richting Tok, een goede 450km verder.
We rijden via de Alaska Highway door een golvende vlakte begroeid met
sparren en struiken en zeer veel purperen bloemen, de zogenaamde fireweed.
Dit zijn de eerste planten die opnieuw beginnen te groeien na bosbranden.
En in deze regio hebben ze zeer veel te kampen met enorme bosbranden
(wildfire), zo goed als altijd te wijten aan blikseminslagen. Omdat er zo weinig bevolking is, duurt het
soms ook heel lang vooraleer die branden opgemerkt worden en bvb in 1990 ging er in Tok 2,5 miljoen (!) hectare in de vlammen
op. De voorbije dagen hebben we soms
mijlenlang door dergelijke gebieden gereden.
En daar bloeit overal de fireweed in overvloed.
De weg slingert zich langs het Kluane National Park en ineens zien we “iets”
zitten in een boom (rechts op de foto)…
We blijken andermaal geluk te hebben om een Amerikaanse arend te kunnen
spotten…heel dicht bij de weg deze keer…
En dat moet nog een beetje dichter kunnen…
…maar dan had hij er genoeg van en vloog weg…gelukkig was ik net aan het
filmen, dus dat is voor op sandbox2ofcrysis (YouTube) om hem zijn machtige
vleugels te zien uitslaan…
We rijden oa langs het grootste meer van Yukon, Kluane Lake.
Het weer wordt van langs om slechter en terwijl het deze morgen nog een
beetje zonnig was, is de bewolking ondertussen zo laag geworden dat ze nog
nauwelijks boven de bomen hangt.
Bovendien is het ook al een tijdje aan het regenen en zo ver we kunnen
kijken (en dat is hier soms héél ver) zien we geen enkele opklaring meer.
Vanaf Burwash Landing is de weg in
een erg slecht toestand. Zo slecht zelfs
dat dit zowat de slechtste (verharde) weg moet zijn waar we ooit op gereden
hebben. Hierbij vergeleken waren de
wegen, vorig jaar, in Zuid-Afrika zo vlak als een biljarttafel…
Enorme putten en scheuren in de weg, dips waarbij je bijna met je hoofd
tegen het dak van de auto knalt enz.
Bijkomend probleem is de, ondertussen, gietende regen die alle potholes
opvult en het dus onmogelijk maakt om de diepte ervan in te schatten. Het is voortdurend turen naar het
wegoppervlak en laveren tussen alle obstakels door.
Sinds de Alaska Highway in 1942 aangelegd werd is dit gedeelte (tot de
Amerikaanse-Canadese grens) een pijnpunt geweest waar de ingenieurs tot op
heden nog geen antwoord op gevonden hebben.
De weg is ook voortdurend onder “work in progress” en dit over soms heel
lange stukken. Het probleem is de
permafrost, het constant bevroren zijn van de ondergrond. In de zomer worden sommige plekken iets
minder hard, waardoor het asfalt gaat zakken, om dan in de winter opnieuw
omhoog te vriezen.
Op onderstaande foto zie je een proefopstelling om de permafrost constant af
te koelen. Er wordt voortdurend koude
lucht onder de weg geblazen om het dooien tegen te gaan. Er gaan echter jaren over vooraleer men het
resultaat kent en mocht dit positief zijn, dan wordt overwogen om lange
gedeeltes van de weg met dergelijke systemen te voorzien. Het grote probleem is
echter de enorme afstand waarbij men dit zou moeten doen, zo’n 250km. Dit is een internationaal Canadees-Amerikaans
project.
Voorbij Beaver Creek rijden we Amerika-Alaska terug binnen.
Ondertussen is het even gestopt met regenen en hier sla ik even een praatje
met een groep motorrijders die net dezelfde route gereden hebben als wij en die
de schade aan het opmeten zijn, oa 1 totaal vernielde band. Voor een motorrijder moet die weg een ware
verschrikking zijn. En we hebben er
nochtans verschillende gezien, zelfs nog met een bagagekarretje achter hun
motor…
Als we staan te wachten om de grens over te gaan komt er naast ons een
schitterende ‘verhuiswagen’ gereden. Die
moeten we op de foto vastleggen…
Enkele mijlen verder wordt het weer opnieuw slechter en slechter met echte
stortregens als we Tok naderen.
Ik zie er helemaal niet tegenop om, in deze regio’s, vele en vele km’s te
rijden. Integendeel zelfs, in dergelijke
scenery (idem dito voor de Southwest) is dit een waar plezier en
ontspanning. Maar vandaag was het echt
de mijlen aftellen en was de opluchting groot toen we de wagen aan het hotel
konden parkeren.
Enkel uit ons roadbook konden we opmaken dat we vandaag opnieuw door een
fantastische streek gereden hebben. Wij
hebben er echter zo goed als niets van gemerkt.
Helaas pindakaas, zoals ik twee weken geleden door een in het oranje
uitgedoste vrouwelijke voetbalfan hoorde zeggen op TV vanuit
Polen-Oekraïne. Voor het eerst dat ik
dit hoorde, maar vandaag moest ik er toch eens aan denken…
We komen om 17u00 (Alaska-tijd) aan in ons hotel in Tok, Westmark Inn.
Aantal km gereden : 473
Zonsondergang om 23u43
Geen opmerkingen:
Een reactie posten